Grevenbroeker Echo’s nummer 116: extra groot nummer

HAMONT-ACHEL – Het nieuwe nummer van de Grevenbroeker Echo’s dat nu is uitgebracht telt 8 bladzijden meer dan normaal en 4 uitgebreide artikelen, waarvan twee geschreven door de nestors van de vereniging.

Een beroemde Hamontenaar, behalve in Hamont! Hamontenaar Gerard Kal(c)kbrenner,

prior van het Kartuizerklooster in Keulen. Gerard Kal(c)kbrenner is een vergeten figuur. 

Dit is de titel  die Luk Van de Sijpe gaf aan zijn artikel. Hij maakte naam en faam in

Keulen, vandaar ook zijn Duits klinkende naam. Zijn echte familienaam is Schoe(n)makers en zijn geboorteplaats Hamont. Hij was erg begaafd en trok op jeugdige leeftijd uit Hamont weg. Hij studeerde waarschijnlijk in de hoog aangeschreven Latijnse school van de fraters in Den Bosch. Daarna was hij een korte tijd als ‘notaris’ in Aken actief, om zich tenslotte volledig te wijden aan het strengste Westerse kloosterleven, dat van de Kartuizers, in Keulen. Daar volgde een blitzcarrière, die resulteerde in een ongewoon dertigjarenlange functie als prior. Zijn grote faam verwierf hij dankzij drie verwezenlijkingen: hij was medeverantwoordelijk voor de uitgaven van belangrijke religieuze publicaties, o.a. het zeer gegeerde oeuvre van zijn ordegenoot Dionysius van Rijkel. Daarnaast kreeg hij contact met de begijnenbeweging van Oisterwijk en slaagde erin de sterk bewogen en extatische Maria van Hout naar Keulen te doen verhuizen en haar religieuze bevindingen te publiceren.

Enkele flitsen uit het pensionaatsleven bij de religieuzen ursulinen te Hamont van september 1938 tot en met juni 1944, waaronder het oorlogsintermezzo 40-45, “de Duitse inval”. Eigenaardig genoeg is daarover nog weinig beschreven en de laatste getuigen in dit meer dan 100-jarige bestaan van dit pensionaat zijn met één hand te tellen. Toch doen we een oproep aan dezen om ook hun ‘belevenissen aan ons over te brengen. Mia Hegge geeft hier alweer het voorbeeld.

Oude benamingen betreffende het dagelijks leven: In deel 1 heeft Mathieu Schuurmans het gehad over oude benamingen uit het begin van de 17e eeuw betreffende het landbouwalaam. In deel 2  beschrijft hij wat er allemaal binnenshuis aanwezig was. Ook hier beperkt hij zich tot de minder bekende benamingen van de voorwerpen binnenshuis met de waarde ervan. De Maatschappij ‘Sint-Joris’ Achel: Onze nestor Harry Van de Broek heeft een Achels register, een voorloper van de CM, de Sint-Jorisgilde, nauwkeurig onderzocht en voor ons openbaar gemaakt. In de jaren 1898-1899 werd in Achel de Maatschappij van Onderlinge Bijstand ‘Sint-Joris’ opgericht. In deze bijdrage vertelt hij een en ander over de eerste 25 jaren van haar bestaan.