HAMONT/MAARHEEZE – De ruim 27.000 abonnees van deze krant wonen verspreid over een oppervlakte van ongeveer 210 km2 met 68.000 inwoners. Enkele dagen trek ik er op uit om door het gebied te wandelen naar de verste uithoeken, gezien vanuit het redactiekantoor aan Stad 29 in Hamont. Boeiend om te zien wat je allemaal tegenkomt. Voor wie in de regio woont misschien doodnormaal, voor wie hier nog nooit was verbazend. Vandaag deel 2: naar de noordoostelijke uithoek van Maarheeze, ongeveer 15 km. verwijderd van het redactieadres.
Tekst en beeld Evert Meijs
Ik zet op deze maandagochtend mijn fiets in de Napoleonsmolen. Het is bijna tien uur als de wandeling begint, via de Burg. Een eigenaardig gevoel bekruipt me, omdat enkele dagen eerder een oudere vrouw om het leven zou zijn gebracht. In de speelgoedwinkel op de hoek met de Kloosterstraat hangen allerlei carnavals-attributen. Hoe het dit jaar met carnaval geregeld is, weet ik niet, want thuis zitten we volop in een renovatie en is er geen tijd om de krant te lezen.
Weet je wat een berceau is? Een pad waarbij aan beide kanten heggen staan die aan de bovenkant met elkaar zijn verbonden. Rechts naast Villa Madeleine staat ook een berceau, maar dan van bomen. Wonderlijk mooi om te zien, en in de zomer waarschijnlijk nóg mooier. Op het einde van de Keunenlaan wijst verticaal de rood-witte slagboom op de rijksgrens dreigend naar boven en waarschuwt dat vóór en achter deze slagboom soms andere afspraken gelden. Een échte boom ligt horizontaal op een akker, ontworteld door de hevige stormen van de afgelopen dagen. De bermen zijn zacht geworden door het vele regenwater en mijn linkervoet zakt diep in de modder.
Bier en melk
Voorbij de brandweerkazerne met dat sierlijke logo van de gemeente Cranendonck, staan aan de overkant een aantal bomen die niet alledaags zijn. De twee stormen van de afgelopen dagen zijn voorbij en hebben plaatsgemaakt voor storm drie. De wind raast door de karakteristieke bomen, nog meer losse takken rollen over de straten en de regen valt met bakken naar beneden. Het is koud en de hagel ligt in de berm.Desondanks klim ik op de stalen trap van de brouwerij in Budel om een foto te maken van het wapenschild Hofleverancier. Misschien zijn de brouwkuipen nog vol, omdat carnaval in aantocht is? Er zijn weinig mensen op straat en in het centrum van Budel flapperen en wapperen enkele terrasoverkappingen. Het is niet echt leuk om deze dag op pad te zijn, met ook nog ruim elf kilo bagage op mijn rug als training voor de voetreis naar Spanje. Ik focus me niet op het slechte weer maar op de mooie dingen, zoals de vele melkbussen die bij Broekkant 68 langs de straat staan. Zo stonden ze vroeger óók klaar langs de weg, vol met verse melk, om opgehaald te worden door de chauffeur van de melkerij.
Twee eucharistiebellen pronken
Het begint te hagelen, mijn poncho waait strak tegen mijn lijf en regenwater loopt er langs over mijn broek. Eén voordeel; de vuile linker modderschoen wordt beetje bij beetje weer schoongespoeld. Na een saaie lange weg arriveer ik in Muuzegat, met de kerk van de H.-Gertrudis op de achtergrond. Het raakt tegen het middaguur; tijd voor de lunch. Gelukkig is de kerkkapel open en ik doe mijn poncho en wandeljasje uit, zet mijn stok tegen de kant en plaats de rugzak op een stoel. Terwijl ik een kopje koffie drink en een krentenbol eet, kijk ik rond. Een fraai ingerichte Mariakapel. Tussen kerk en kapel hangt een glazen deur, waarachter twee eucharistiebellen staan te pronken. Het geeft de kans om een blik in de kerk te werpen. Dan komt een dame binnen en steekt een kaars op. Ze is benieuwd waar ik heen ga, en zeg: richting minicamping Heksenheuvel aan de Limburglaan in Someren. Dat kent ze. Ik heb gezien dat de gemeentegrens tussen Maarheeze en Someren een stukje vóór die camping ligt. Als ’n tweede dame binnenkomt voor een kaarsje, maak ik me weer gereed voor het volgende stuk van een barre tocht. Ik blijf eerst even hangen bij de hoofdingang van de kerk, lees het informatiebord en zie dat er links en rechts van de toegang mooie kraagstenen zijn aangebracht. Het zijn geen vriendelijke figuren, maar toch kunstig gemaakt.
Ticket Mandatory
Aangekomen bij Landgoed Kamersven realiseer ik me dat de weersomstandigheden alleen maar slechter zijn geworden en ik moet uitkijken voor de vele waterplassen op het fietspad. Bij een paardenhouderij staan wel tien horses beschut bij elkaar rondom hun voederbak. Het Sterkselsch Kanaal stroomt flink. Ik volg de Panweg nog een stukje en kom dan op 51 graden, 19, 37 N en 5 graden, 40, 2 O, op dertig meter hoogte. De afstand die ik nu gelopen heb is dertien kilometer. Zou bij het hondenpension op nummer 25 HAC Weekblad ook gebracht worden? En ook met dit winterse weer?
Ik aanschouw de wijdse blik en draai om, in de hoop bij terugkomst ongeveer 25 kilometer op de teller te kunnen hebben. Bij het sportterrein ga ik niet door naar de kerk, maar sla ik linksaf, via het industrieterrein. Het spoorwegstation had ik nooit eerder gezien. Ik schuil even bij de kaartjesautomaat en zie op een bord de vermelding Ticket Mandatory. Ik ga thuis opzoeken wat deze Engelse tekst betekent op een Brabants treinstation. ’n Stuk verder staat een graafmachine midden in een ven op een eilandje en een verkeersregelaar maakt even een praatje met me, waarna hij snel beschutting zoekt in zijn auto, vanwege het onophoudelijke barre weer.
De zon!
Randweg Oost in Budel ken ik, omdat ik hier soms met de auto rijd als ik de afslag Budel op de A2 neem. In de haakse bocht op 36 staat Huize de Siyahi, omgeven door een heel groot hek en camera’s. Over het AZC hoeven we hier niks te vermelden, dat is de afgelopen weken voldoende gebeurd.. Even knijp ik mezelf tegen drie uur in mijn wang: klopt het dat de regen is gestopt en alleen de storm overblijft? Ja hoor, het wordt droog en zelfs de zon laat zich zien. Het lezersgebied van onze krant komt lekker in de zon te staan. Voor de straffe wind houd ik mijn poncho toch aan; die geeft enige beschutting. Eenmaal weer in Hamont schreeuwt een groot reclamebord dat er tickets te verkrijgen zijn voor een festival op 4 en 5 september in Mol. Zou het vorig jaar bedoeld zijn? Of dit jaar? Ik heb precies 25,2 km. gewandeld als ik aankom in de molen van Hamont. Na enkele minuten rust spring ik op de fiets om de 18 kilometer naar huis in de benen te nemen, poncho in de fietstas, regenjas aan voor de warmte en nog steeds met elf kilo op de rug. Ik mijmer bij mezelf: je zou de krant maar van hieruit naar nr. 25 moeten brengen, en met dít weer! Het waren vandaag trouwens 39.260 stappen.






