Terug naar het Noorden

Onze zachte winter van dit jaar is weer voorbij en een gedeelte van onze wintergasten houdt het dan hier in Nederland ook voor gezien en vertrekt weer naar het Noorden om daar te gaan broeden. En ze gaan behoorlijk ver, tot wel duizenden kilometers en tot de toendra’s in het hoge noorden van Siberië is zeker geen uitzondering. Natuurlijk maakt iedere vogel zijn eigen keuze waar ze gaat broeden, zo zullen de kramvogels, koperwieken en de klapeksters al in maart/april vertrekken naar de Scandinavische landen om daar te broeden en hun jongen groot te brengen. Maar ook de vele kleinere zangvogels zullen naar het noorden trekken en in het voorjaar weer terug keren naar het zuiden. De grootste groep van onze vogels zijn allemaal trekvogels en de enige reden waarom dat ze trekken is omdat in de winterperiode in hun broedgebied te weinig aanbod is van voedsel of zelfs helemaal geen voedsel door de ijzige kou en dikke laag sneeuw. 

Er is nog een hele grote groep wintergasten die in Nederland verblijven en dat zijn de ganzen, je kunt ze heel zeker niet missen op de wandel- en fietstochten ook in onze regio.

Nederland is bij uitstek geschikt voor de ganzen, er is genoeg voedsel op de weilanden en genoeg water om te overnachten en naar schatting overwinteren er wel een 1,5 miljoen ganzen in Nederland.

Canadese gans

Hoe vaak hoor je niet het gak-gak geluid van de ganzen die in V- vorm overvliegen en iedereen kijkt dan naar de richting die ze vliegen en daar wordt vaak het weer aan gekoppeld met de woorden: ‘ze vliegen naar het zuiden het zal wel kouder worden’ en ‘er komt sneeuw of ze gaan naar het Noorden dat betekent dat de winter voorbij is’. Vaak zijn dit dag waarnemingen want in de winterdagen vliegen de ganzen vaak in grote groepen naar foerageergebieden en ‘s avonds weer terug naar een meer of ven om daar een veilige slaapplek te vinden.  Echter al in februari gaan veel ganzen beginnen aan hun trek naar het hoge Noorden zoals de rietgans, de kolgans, de brandgans en de Canadese gans en sommige gaan wel heel ver tot in Groenland, Nova Zembla en Spitsbergen toe of naar de noordelijke toendra’s. 

Maar de laatste decennia blijven ook veel ganzen hier in Nederland omdat het klimaat perfect is en er genoeg te eten is. Deze ganzen noemen we ‘overzomerende ganzen’ en de telling hiervan heeft bevestigd dat deze met duizenden per jaar toenemen en het is vooral de grauwe gans die hier in de zomer blijft.

En dan spreekt men wel eens van ‘een domme gans’ maar ze zijn zeker zo slim als de mens want ook de ganzen weten zonder onze technologie dat er een grote klimaatverandering gaande is.

Info: Harrie Hegge, h.hegge1@chello.nl

Vogelwerkgroep IVN Cranendonck

Foto Canadese Gans