Er zijn verscheidene weegbree soorten in Nederland die behoren tot de weegbreefamilie. In het Latijn Platago genoemd. De bekendste soorten zijn smalle en grote weegbree. Ze maken allebei een wortelrozet: de grote weegbree met grote eivormige bladeren, de smalle weegbree met lancetvormige bladeren. Plantago wil zeggen wat meekomt met de voetzool. De groeipunt van de plant ligt laag tegen de bodem. Hierdoor is hij goed bestand tegen begrazing en betreding en wordt daarom een tredplant genoemd. De zaden worden in contact met vocht slijmerig en blijven zo aan de vacht van een dier of aan onze voeten plakken en worden op deze manier verspreid. Doordat de zaden verspreid worden door schoenen zie je de plant dikwijls langs de kant van de weg staan, vandaar de naam “weeg”bree.
Grote weegbree zie je vooral in kort grasland met open stukken waar de bodem verdicht is of in de voegen van stoeptegels. Smalle weegbree groeit in gesloten grasland. De bloeitijd is van mei tot in de herfst. De grote weegbree wordt door de wind bestoven en bij de smalle weegbree naast de wind ook door allerlei kevers en zweefvliegen. De rups van de veldparelmoervlinder leeft op en van de smalle weegbree en de larve van een snuitkever ontwikkelt zich in de zaden. Heeft men zich geneteld dan helpt het wrijven van een blad van de weegbree tegen de jeuk.
Ook kan men chips maken van de bladeren met toevoeging van sesamolie, gemalen venkel- en karwijzaad, gemberpoeder en wat zout en deze op een bakplaat bakken in de oven. Verder kent men nog de hertshoornweegbree waar het blad lijkt op de hertsthoornplant, de ruige weegbree.de zeeweegbree, hazepootweegbree, de zandweegbree, de struikweegbree en de naaldweegbree. Het oeverkruid dat op vochtige zand- en veengronden en in plassen groeit .behoort ook tot de weegbreefamilie.
Info: Toon van Seggelen
a.seggelen@upcmail.nl
