Kruiskruid ( Senecio ) behoort tot de composietenfamilie of te wel samengesteldbloemigen. Het is een veelvormig geslacht. In de Benelux zijn het kruidachtige planten maar in Amerika en Afrika groeien ook struiken en boomvormige reuzenkruiden. Sommige soorten zijn succulenten en andere soorten groeien juist in een zeer natte omgeving. Succulenten zijn planten die het vermogen hebben om water langer vast te houden.
Alle in Nederland voorkomende kruiskruiden bevatten alkaloïden waardoor ze giftig zijn voor mens en dier. De botanische naam Senecio betekent grijsaard. Bekende soorten hier zijn : klein kruiskruid, kleverig kruiskruid, bezemkruiskruid, moeraskruiskruid en Jacobskruiskruid. Deze hebben allemaal gele bloemen.
De naam bezemkruiskruid is afkomstig door de sterke vertakking van de plant. Een uitgetrokken plant lijkt wel wat op een bezem. Het zaad van de plant is in 1939 in Tilburg meegekomen met de wol uit Zuid-Afrika en men noemt deze een neofiet ( een nieuweling ). De plant heeft lange smalle bladeren, die 10 cm lang kunnen worden. Aan de basis van de plant verhouten ze en ze kunnen 80 cm hoog worden en bloeien van juni tot december. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vrucht is een 2 mm lang nootje. Het vruchtpluis is wel 3 maal zo lang als het nootje en wordt door de wind verspreid. Een plant kan wel 10.000 zaden produceren. Ze groeien op ruderale terreinen zoals langs spoorwegen, wegbermen en slootkanten en houden van volle zon. Sinds 1970 heeft deze neofiet zich razendsnel verspreid en wordt als een invasieve exoot bestempeld. Het moeraskruiskruid heeft bredere, dikkere en getande bladeren. Jacobskruiskruid is een twee jarige pioniersplant en verspreidt zich snel doordat een plant meer dan 75.000 vruchten kan produceren. De meeste zaden vallen binnen een straal van 5 meter van de plant (60 % ) en de rest wordt door de wind verspreid tot 40 meter ver. De plant is het hoofdvoedsel van de geel-zwart gestreepte zebrarups de larve van de van de Sint-Jansvlinder, die geen last heeft van de giftige bladeren. Runderen en paarden vermijden bij het grazen Jacobskruiskruid. Met het opeten van hooi waarin deze plant aanwezig is kan leverbeschadiging van de dieren optreden. De plant kan slecht tegen kunstmest.
Klein kruiskruid dat 40 cm hoog wordt, bloeit het hele jaar door en kan zichzelf bestuiven. De bloemen dragen snel rijpende vruchtjes die door het vruchtpluis door de wind verspreid worden. Bij kleverig kruiskruid zijn de stengels, bladeren en bloemhoofdjes klierachtig en kleverig behaard. De 25 tot 50 cm hoge plant bloeit van juni tot oktober. Het gele bloemhoofdje heeft meestal 13 lintbloemen. Vanwege zijn naam werd aan het kruiskruid allerlei beschermende krachten toegeschreven. Zo werd het gebruikt als afweerkruid tegen heksen en werd het in de wieg gelegd om de baby te beschermen.
Info: Toon van Seggelen a.seggelen@upcmail.nl
