Wordt het koud in de Scandinavische landen en komt er sneeuw aan dan gaat er een grote groep vogels op zoek naar warmere oorden en trekken ze naar midden en Zuid Europa. Echter de laatste decennia is het klimaat zodanig veranderd dat veel van deze vogels Nederland ontdekt hebben als het land van melk en honing en niet verder vliegen maar al vroegtijdig de landing inzetten. Het is hier aangenaam toeven, er zijn zachte winters zonder sneeuw en er is voldoende voedsel te vinden.
Nemen we als voorbeeld de brandgans en dat is van oorsprong een vogel die leeft in het Arctische gebied hoog in het Noorden en komen met duizenden naar Nederland om te overwinteren. Midden vorige eeuw trokken deze brandganzen in het voorjaar weer massaal met zijn allen terug naar Spitsbergen, Nova Zembla of Zweden om daar te gaan broeden. Maar de laatste jaren blijven deze vogels ook in Nederland broeden en waarom ook niet? Er is genoeg voedsel op de graslanden en waarom zo’n energie verslindende tocht naar het hoge Noorden. Zelfs grote groepen van vogels zoals de kievit, de ooievaar en zelfs de flamingo die we in de jaren 50 en 60 in de koude winterperiode nooit zagen in Nederland blijven nu ook hier overwinteren.
Een voorbeeld van een vogel die Nederland ook als overwintergebied heeft uitgekozen is de klapekster.
De Klapekster
Klapekster is een vogel met een haaksnavel en behoort tot de familie van de klauwieren maar het is toch ook een zangvogel. Het is een grijs zwarte vogel met een lange staart en de grootte van een merel en zijn opvallendste kenmerk is toch wel zijn zwarte oogstreep.
Hij heeft niet voor niets een haaksnavel zoals een roofvogel en daarmee vangt hij muizen en hagedissen en vaak spietst hij deze op een doorn of op prikkeldraad en zo legt hij dan ook zijn voorraad aan. Ook mestkevers staan op zijn menu lijst, dit blijkt na onderzoek van de braakballen van de klapekster. Ze zitten meestal hoog in de boom op een uitkijkpost maar men treft hem ook wel eens biddend aan.
Hij komt vaak in Nederland tijdens de wintermaanden maar in het voorjaar van maart – april gaat hij weer naar het noorden. Dat is ook de reden waarom de klapekster op de rode lijst staat omdat hij als broedvogel uit Nederland is verdwenen. Zijn biotoop zijn heidevelden met boom en struiken zodat hij ook een goede uitkijkpost heeft om zijn prooi te zoeken. Dus wil je deze vogel waarnemen, de omgeving van de Schaapskooi / Gastelse hei is het juiste biotoop voor de klapekster en vaak is deze prachtige vogel daar gespot, zittend op de uitkijk.
Harrie Hegge. h.hegge1@chello.nl
Vogelwerkgroep IVN Cranendonck
