Jan lijkt; Jan is de laatste tijd ‘spiritueel’ aanweziger. Hij vraagt minder: “Wa? Wablief? Wa zègde…?” Op vraag naar het waarom van zijn veranderde attitude(s) mompelt hij: “Den dokter hit mich mien oeren oewtgespoten. Volgens hum was er mier oan de haand dan unne oerstop. Meugelijk kreeg ich laast van beginnende tinnitus…!”
Tinnitus? Oorsuizingen: een geruis, een gepiep of een ander geluid. Niet die piep van: “Spreek na de ‘piep’ uw boodschap in”. We bedoelen hier een alles overheersend zeurend geluid. Altijd, non-stop, dag en nacht…! Een erg vervelend geluid dat in wekelijkheid niet te detecteren, niet te meten is. Wie er geen last van heeft, kan zich tinnitus moeilijk voorstellen; nog minder de impact van een dergelijke gehoorschade…
Trouwens, wie heeft nooit last van (on)bepaalde geluiden? Weliswaar van voorbijgaande aard, van virtueel tot reëel! Na dat laatavond neutje op overschot krijg ikzelf ‘s nachts wel eens last van rare ‘oorsuizingen’: “Hiehaaa…, hiehaaa…”. Het lachend gebalk van een nog wakkere ezel in mijn hoofd… Een ander nachtelijk geluid haalt mijn vrouw en dus ook mij wel ’s uit onze slaap: “Njieaa, njiehu, njieaa…” Als ik uiteindelijk opsta en naar buiten ga om de huilende vondeling naar binnen te halen, schiet ‘r een krolse kat of kater voor mijn voeten weg… Een uil vliegt quasi geruisloos over. Met wat geluk hoor je misschien het ruisen van zijn vleugelslagen en even later: ‘Wuhoe…, wuhoe…” Vlakbij op een kale tak aan een kale boom in het donker van de nacht… Soms schieten we ’s nachts wakker van ratelend geroffel over de dakpannen, van hitsig hondengeblaf, van gutsend water door een afvoerpijp, van een of ander elektrisch apparaat in ‘tuterdetuut’, van een dokkerende vrachtwagen in ‘just-in-time-modus’, van lawaaierige weekend gang(st)ers enz… Soms durven we onszelf wolven, wilde varkens of ‘monsters à loch ness’ voor de geest te halen…
Zaterdagnamiddag, enkele weken geleden, even over 3: ‘Dingdong’. Aan de voordeur stond de buurvrouw: “Harrie, jullie alarm gaat almaar af!” Ik reageerde verbaasd: “Mer, willie hemmen hielemoal gèn alarm…” Ze aarzelde even: “Toch hoor ik duidelijk: piep, piep, pieperdepiep. Nu nog, luister maar…” Inderdaad, maar plots stopte het piepen. Ik bedankte de buurvrouw voor haar sociaal engagement als buur. Het voorstel van mijn vrouw voor een bakje koffie wimpelde ze af met: “Later misschien… Daag.” En weg was ze. De volgende dag ontdekte ik op hetzelfde uur, in dezelfde kamer, dezelfde monotone stoorzender: de spiksplinternieuwe, foutief afgestelde wekkerradio!
Om nog maar te zwijgen over het andere uiterste in het spectrum op de decibelschaal: selectieve doofheid. Hierover later meer misschien…
