Frans Soers over de bijzondere natuur in Dorplein

Budel-Dorplein – Geen wonder dat Frans Soers (1950) deel uitmaakt van de werkgroep Openbare Ruimte, Recreatie en Natuur van het Buurtplatform. Zijn vroegere schoolmeester Brandts maakte hem voor de natuur al enthousiast op de St.-Aloysiusschool, in de kerk zat hij vaak onder de mis te dromen over de stand van de zon en tenslotte wilde hij graag boswachter worden. Maar het thuisfront besliste anders.

Tekst en beeld: Evert Meijs

De gastheer komt achter zijn computer vandaan en presenteert een stoel in de keuken, met ruim uitzicht op de enorme achtertuin. “Heb je het boek Het Bodemvoedselweb toevallig gelezen? Onvoorstelbaar wat daarin te lezen valt over wat er allemaal leeft in de grond. Daar leeft een hele gemeenschap van regenwormen, bacteriën, micro-organismen en schimmels. Zó fascinerend”, zegt Frans en vertelt over een boom op de Natuurbegraafplaats in Heeze. “Dennenbomen lopen niet uit als je die afzaagt, want die hebben geen slapende ogen. Een afgezaagde Douglasboom in Heeze is waarschijnlijk een zaailing en is onder de grond met een familieboom aan elkaar gegroeid. Na het afzagen is de stomp helemaal dichtgegroeid met een cambiumlaag, om zijn maatje te beschermen tegen indringers die via de wortels in de andere boom zouden kunnen komen. Net als bij de essenziekte. Als er één ziek is, wordt de buurboom ook gerooid. Want ze zitten met de wortels in elkaar en het virus zou onder de grond van de ene naar de andere boom kunnen gaan.” Je voelt meteen dat Frans kundig is op natuurgebied als hij over ‘de onderwereld’ begint.

Insectenblokken in een kraamkamer

Als de kinderen van het gezin Soers wat groter worden, sluit Frans zich aan bij het I.V.N. en volgt allerlei cursussen en opleidingen en wordt ook lid van de Vogelwacht. Hij merkt dat hij geen specialist is, maar een generalist. “Ik heb een breed spectrum-belangstelling, want je kunt het één niet los zien van het ander. Daarom stopte ik met de Vogelwacht.” zegt Frans, die ook diverse natuurlezingen in de regio bezoekt en zich nadien goed thuis voelt in de werkgroep van het Buurtplatform. “De grote zonnewijzer hier in de straat, bijvoorbeeld, dat is iets uit het heelal. Maar ook aan het insectenhotel bij de St.-Andreasschool draag ik mijn steentje bij. Vorige week hebben we nog proefblokken geopend”, en hij wijst naar drie blokken met kleine openingetjes. De blokken die buiten op tafel liggen, kunnen worden geopend om te kijken wat zich binnen in insectenkamertjes allemaal afspeelt. “We hebben ook een kraamhok gemaakt, want we willen zien hoe de nesten er uit zien als ze verlaten zijn. In een doos plaatsen we drie blokken met gaatjes, en als alle insecten, bijvoorbeeld solitaire bijen, uitgevlogen zijn, komen er geen nieuwe. Dan is het moment daar om de blokken uit de doos te halen en te inspecteren.” Op de computer verschijnen van Annemiek van Dijk enkele detailfoto’s van een gleuf in het hout waarin kleine kamertjes zijn gemaakt door de zijdebij of de wormkruidbij. Wonderlijk om te horen dat veel parasieten te zien zijn die de eitjes of de ontwikkelde insecten opeten.

Bushcamera

Frans maakt niet alleen deel uit van de natuurwerkgroep, maar heeft zich ook lang ingezet voor een recreatieve brug over de Zuid-Willemsvaart bij Dorplein. Verder is hij cicerone, een prachtig woord voor een gids die rondleidt in Budel-Dorplein. Dan weer terug naar de natuur. De gastheer beschikt over enkele fraaie foto’s van reeën, gemaakt in zijn eigen tuin. Hoe zit dat? Frans: “In de tuin hangt een bush-camera die werkt op warmte en op beweging. Overdag maakt ie kleurenfoto’s en ’s nachts infraroodfoto’s. We zullen eens gaan kijken.” Op weg naar de achtertuin vertelt Frans over een ‘geveegd gewei’. Een gewei valt ieder jaar af, in tegenstelling tot hoorns. “Een gewei groeit, en voordat een reebok kan gaan vechten voor de strijd om een nageslacht, schuurt hij vanwege heftige jeuk, de huid, de levende bast van zijn gewei, af. Dat heet vegen.“ Even later is achter in de tuin, laag aan een boom het fototoestel te zien. Er staan ook enkele bomen die op ongeveer vier meter hoogte zijn afgezaagd voor de specht. “Op staand hout komen hele andere vogels en insecten af dan op liggend hout”, weet hij. “Kijk, hier ligt het boomblad overal nog, want bladeren zijn het goud van de tuin. Ook ben ik lavameel en bentoniet in mijn tuin gaan gebruiken. Lavameel is heel vruchtbaar en bentoniet is een soort klei, geschikt voor de vochthuishouding.” Al wandelend geeft Frans les over de botanische narcissen die er groeien, de dode schors die weer nieuw leven geeft, het verwijderen van bramenstruiken en de Amerikaanse kers, over de boscyclamen en het nut van de musterdmijt. Via het wildpad komen we weer bij het huis van Frans.

Ecologische zone

Op de vraag wat nou bijzonder is in Budel-Dorplein qua natuur, zegt Frans: “Uniek is, dat we hier binnen de bebouwde kom een droge ecologische zone hebben. Die loopt hier langs mijn huis en de St.-Andreasschool als verbinding tussen de natuurgebieden Ringselven en de Weerterbergen. In de steden zijn die zones ook wel, maar allemaal langs beken of riviertjes, dus natte zones. Maar hier is die zone droog en vind je herten, reeën, vossen en wilde zwijnen. Dat is heel bijzonder, hoor. Ik heb ze allemaal op mijn bushcamera.” Enkele dagen na het gesprek stuurt Frans drie foto’s van uw verslaggever die tijdens dit interview de wildcamera passeert.