De lente laat een beetje op zich wachten, misschien zijn we verwend. En ongeduldig ook misschien? We zitten in een zogenoemde retrograde storing: een weerstoring die van oost naar west trekt. De wind komt de laatste tijd uit het noordoosten, in plaats van uit het zuidwesten, wat de oorzaak is van de lagere temperaturen en veel neerslag. Ondanks alles vielen de Aprilse grillen mee, af en toe de autoruit schoonkrabben ’s ochtends.
Maar ondertussen zijn vele zomergasten weer neergestreken in onze regio, zij willen vooruit, het broedseizoen staat voor de deur. Vogels zoals de zwartkop, de zwarte roodstaart en de fitis. Deze laatste zingt graag vanaf een hoge boomtop met uitzicht over het leefgebied. Een echte insecteneter, zoals vele van de teruggekeerde zomergasten. De natuur wordt groener en groener. De eiken en beuken komen in blad. Prachtig om te zien, al dat jonge groen aan de horizon, zeker met een donkere, dreigende wolk op de achtergrond. De eik is een voedselbron voor velen dieren. Het frisse groen wordt smakelijk gegeten door vele rupsen, de sappige rupsen die naar beneden vallen blijven niet onopgemerkt door de vele soorten vogels, die nu met jongen zitten. De rupsen vormen een voedzame voedselbron voor het jonge grut.
In mei ontrollen de jonge bladeren van vele soorten varens. Varens zijn dankbare planten voor een beschaduwde plek in de tuin. Ze groeien op plekken waar andere planten niet willen groeien. Onder bomen bijvoorbeeld. Een fraaie blikvanger deze maand is de paardenkastanje. Samen met het groene blad, verschijnen de grote witte bloemtrossen. De bloemen worden veelvuldig bezocht door hommels, die weer voor de bevruchting zorgen. Mei, hoogtepunt van de lente. Veel jong leven, die te maken krijgen met alle gevaren in het leven. De eieren van de kikkers en padden zijn uitgekomen. De larven vormen voedsel voor de monsters onder het wateroppervlak. Larven van libellen, waterkevers en wantsen. Met hun grote kaken worden de larven beetgepakt, leeg gezogen en opgevreten.
Ook merels heb ik ooit kikkervisjes zien vangen, die dienden als voedsel voor de jongen. We hadden ooit eens een nest in de tuin van het ouderlijk huis. De merelman was gestorven, mevrouw merel stond er alleen voor. In een hoek van het terras stond een aquarium met kikkervisje, die het vrouwtje voerde aan haar hongerige jongen. Alle vier de jongen hebben het overleefd.
De tuin ziet er al fraai uit op dit moment, vele vaste planten komen in bloei en de Japanse azalea’s beginnen te pronken met hun prachtige kleuren. Geef ze een laagje turf ieder jaar. Het zijn echte zuurminnende planten, prachtig met het eerder genoemde frisse groen van varens.
Onze slaplantjes komen op, we hebben ze in een tempexbakje gezaaid, pluksla samen met ruccola. De kruidenplanten zijn onlangs verpot en de basilicum is weer gezaaid. Heerlijk die verse kruiden in je gerechten, zeker als je van koken houdt. In de moestuin worden de bedden voller en voller. De pastinaak wordt gerooid, ze moeten plaats maken voor andere groenten. Het draait op volle toeren.
Ook het ongedierte zal opdoemen en zich tegoed willen doen aan al dat vele lekkers. Ieder heeft zijn eigen middelen om te bestrijden, let op met de giftige stoffen, ze komen toch uiteindelijk weer op je bordje terecht. De bodembedekkende voorjaarsbloeiers bedekken nu nog de bosbodem. Langzaam sterven ze af en de overblijvende voedingsstoffen worden opgeslagen in de wortels, wachtend op een nieuwe lente. Die lente lijkt er toch aan te komen, voorzichtig gaan we naar de 20 graden. Veel plezier buiten in de natuur en tuin. Geniet ervan!
Tot de volgende!
Groetjes Gert-Jan.
Mocht u vragen of opmerkingen hebben n.a.v. dit artikel, stuur dan uw mail naar info@hacweekblad.eu

Bloesem hoort bij het voorjaar



