“We hebben een gezellig museumke”, zo zegt François Joosten

Sint-Huibrechts-Lille – Volgend jaar is het veertig jaar geleden dat de heemkundige studiekring van St.-Huibrechts-Lille in het voormalige gemeentehuis aan de Dorpsstraat een museum inrichtte. Bovendien kwam er een permanente expositie rondom archeologie. Kringvoorzitter François Joosten laat zien wat de verdiepingen aan schatten herbergen.

Tekst en beeld Evert Meijs

De musea aan de Dorpsstraat 30 zijn juweeltjes te noemen. Tijdens de vierde zondag van april en de vierde zondag van september zijn ze allebei vrij toegankelijk, voor de rest van het jaar wordt op afspraak de deur geopend en staat een gids klaar voor rondleidingen. “Nieuw in de middenruimte boven is de meidenkamer. Vroeger woonde hier de  familie Kerckhofs en zij hadden effectief een meid in dienst. Door restauratiewerkzaamheden was die meidenkamer verdwenen, en onlangs weer in ere hersteld.” Terwijl de gastheer voor gaat naar boven, vertelt hij dat in de goei kamer twee nieuwe stukken zijn geplaatst: de secretariaatskast van sociale woonmaatschappij de Werkmanswoning, “en vanuit de klompenmakerij is een typemachine naar hier gekomen.” 

Goei kamer

Eenmaal boven kijk je meteen recht in de meidenkamer. In het midden een bed. Over de achterkant van het bed hangt een wit hemd en voorin staat een kast met daarop het lampetstel. Het ledikantje is volgens François van één van de vroegere bewoners van dit pand: Jefke Spaas. Links naast de meidenkamer is de goei kamer met Lilse stoelen, afkomstig van een vroegere pastoor. De ouderwetse kachel neemt een prominente plaats in en de huisbaas warmt er roerloos zijn voeten, vreedzaam rokend aan een pijp. Ook is er een tussenruimte, met daarin vele tientallen materialen en gereedschappen die in het huishouden gebruikt werden. In de hoek nog een houten kratje met drinkflessen uit het dorp van toen. 

“Tijdens de open dag willen kinderen natuurlijk hier kijken”, aldus François en hij wijst naar het klaslokaal dat met veel smaak is ingericht. Jaarlijks komt een tiental klassen van de lagere school op bezoek en worden de leerlingen door de gids zelfs aan het werk gezet. “Ze krijgen een scholk aan en mogen schrijven met inkt.” Vooraan in de klas staat een non en onlangs is de figuur van de pastoor aan de collectie toegevoegd. “Ook komen er regelmatig familie- of jaargroepen. Onlangs kwam er een carnavalsgroep kijken. Bovendien organiseren we combinaties, zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de kerk of de begraafplaats bij de kerk. We kijken niet alleen naar het museum, maar ook naar welke interesses de bezoekers hebben”, aldus François. Op dezelfde verdieping is ook nog een ruimte waarin centraal een weefgetouw staat opgesteld. De heemkundige kring zou het imposante toestel graag volledig willen laten herstellen. “Er hangen twee weeframen in, maar dat zouden er vier moeten zijn om goed te kunnen werken”, zo klinkt het. Diverse materialen uit de wereld van de wolbewerking hebben in dezelfde ruimte een plekje gekregen

Kapelletje verplaatst

’n Verdieping lager is de archeologische afdeling, geopend in 1998. De maquette van het dorp anno 1900 heeft heel veel belangstelling bij bezoekers. “Hier alleen al kunt ge uren over praten”, zegt François. Hij wijst naar een klein kapelletje bij de huidige rotonde van het dorp. “Dit hebben ze moeten verzetten omdat het kanaal in 1934 werd verbreed en de draaibrug werd afgebroken voor een nieuwe boogbrug. Het kapelletje werd verplaatst naar de Bosuil.” Langs de wanden van deze ruimte staan talloze vitrines met archeologische vondsten. De archeologische werkgroep is opgeheven vanwege nieuwe wetgeving. “Jammer, want zij hebben schitterend werk gedaan”, en als volleerd gids wijst François naar een haardketting die aan de muur hangt. “Dit is één van de acht Keltische haardkettingen in de ons omliggende landen.”

Dan staat hij even stil bij enkele munten die achter een vergrootglas staan opgesteld. “En dit is een fraaie schijffibula die is gemaakt met glastechniek: staafjes glas op een bronzen plaat die dan worden geknipt en afgewerkt.” De heemkundige vereniging heeft flink in de buidel getast om allerlei stukken te conserveren. Er ligt een handbijltje van ver voor Christus, inheems en Romeins aardewerk en middenin staat een oude houten waterput. Het bovenste deel bestaan uit duigen van een wijnvat, daaronder een halve holle boomstam en dan een vierkanten constructie daar omheen. Het is verrassend om ook enkele vitrines te zien die alles te maken hebben met de katholieke kerk. Zelfs de eerste steen van de pastorij heeft een plekje gekregen. Bovendien worden enkele teutenspullen zorgvuldig achter glas bewaard.

Depot-probleem

Het is duidelijk dat de voorzitter van de kring trots is op zijn ‘gezellige museumke’, zoals hijzelf zegt. Toch zijn er ook zorgen: Eén ervan is de opslag van niet-opgestelde stukken. Het depot in de Smeelstraat moet weg en men zoekt voorlopig een plek bij de vroegere gemeentewerf. Na nog een blik geworpen te hebben in de archiefruimte met alle stukken van de opgeheven dorpsfanfare, wordt duidelijk dat je dit oude gemeentehuis móet bezoeken. Of het om het vroegere huishouden gaat, het schrijven op een lei, het weven of archeologie, teuten of kerk, het is zeer de moeite waard om enkele uurtjes uit te trekken voor een bezoek. Maak een afspraak via +32 11 64 02 09.