Martijn van der Linden is deze maand aan de camino begonnen

LEENDE – De eerste twee etappes richting Santiago de Compostela zitten er op. Oud -Gastelnaar Martijn van der Linden uit Leende kijkt al weer uit naar het derde stuk, in juli. Een zeer contente pelgrim deelt zijn eerste fysieke en mentale beleving. HAC Weekblad spreekt hem twee keer: vóór en na de tweede camino-tocht.

Tekst en beeld: Evert Meijs

Zelden word je op maandagochtend (6 maart) tijdens een interview op een gebakje getrakteerd. Maar Martijn (1993) heeft van huis uit meegekregen dat het goed is om hard te werken en maatschappelijk actief te zijn, en ook gastvrij. Dat alles is hem wel toevertrouwd. Het echte onderwerp van eerste gesprek: het afleggen van de eerste elf dagen van de bedevaartroute vanaf Leende naar Santiago de Compostela, vanuit zijn voordeur in Leende. Te voet en ook nog alleen. Martijn: “Santiago leeft stiekem onder heel veel mensen. Bovendien kent iedereen wel iemand die de tocht heeft gemaakt en vaak hoor je zeggen: dát zou ik ook nog wel eens willen doen, te voet of met de fiets.” De gastheer kent zelf ook meerdere mensen die de bedevaart gedaan hebben en hij denkt: lijkt me leuk als ik zestig ben. “Ik weet dat mijn vader het ook graag wilde doen. Tien jaar geleden had hij het daar al over. Zo komt deze tocht op de bucketlist, mede vanwege de behoefte aan een zoektocht naar mezelf en het genieten van een proces ergens naar toe.”

In etappes

Martijn wil zichzelf geen druk opleggen en besluit tijdens zijn korte voorbereidingstijd om vooraf geen slaapplaatsen te reserveren. “Ik wil erop gaan vertrouwen dat alles toch wel goed komt. Is het niet rechtsom zoals je het wilt, dan maar linksom zoals het gaat. Dat heb ik in de eerste elf dagen lopen wel geleerd.” Ook de sportieve prestatie telt voor hem mee. Behalve dat Martijn één keer de Kennedymars gelopen heeft, heeft hij geen ervaring in wandelen. Mede daardoor besluit hij de tocht in etappes te gaan doen en niet in één keer. “Bovendien kan en wil ik niet vier maanden vrij nemen om in één keer 2500 km. te lopen. Ik wil niet zo’n lange periode uit het arbeidsproces als teamleider bij de leukste afdeling van het Summa College.” Dit kalenderjaar zet Martijn zijn verlofdagen helemaal in het teken van de wandeltocht.

Graag wil de wandelaar zijn eerste rit van Leende tot bijna in Reims ook gebruiken als proef. “Ik heb al behoorlijk wat inzichten gekregen, wat ik eigenlijk niet verwacht had. Want ik dacht dat ik die tijd alleen al nodig had als fysieke voorbereiding.” Het blijkt dat vooral de eerste drie dagen fysiek belangrijk zijn: is de rugzak niet te zwaar? Zal ik geen blaren lopen? Hoe reageren mijn ledematen? Herstel ik ’s avonds voldoende? “Ik merkte gaandeweg vanaf dag drie dat je meer aandacht voor de omgeving gaat krijgen. En je komt meer en meer tot rust en bezinning. Je begint je ook af te vragen: wat doe ik hier?” Martijn komt op het punt dat hij op zichzelf wordt teruggeworpen en zegt het heel treffend: “Je gaat doorléven welke lasten je kunt dragen in je leven. Wat heb ik nu echt nodig in het leven?” En hij vergelijkt het met de bagage in zijn rugzak. Wat heb je wel en niet nodig?

Maak er het beste van

Op de app Polarsteps is te zien dat Martijn wel eens een verkeerde weg inslaat, waarbij een keer de Maas voor hem de boosdoener is. “Je leert daar van. Soms kies je voor een weg en moet je er maar het beste van maken. Je kunt wel terug gaan, maar je moet je afvragen of dat ook de beste route is. Dus ik ging maar verder, ook al kwam de volgende brug pas na zeven kilometer.” 

De ontmoetingen onderweg zijn voor Martijn wel de kers op de taart. Hij ervaart dat de verhalen van een andere pelgrims vaak wat oppervlakkiger zijn dan de contacten met dorpsbewoners. “Misschien zitten bedevaartgangers vooraan in de route allemaal nog wel in een zoekfase, hoor. Maar iemand die een huis aan het leeghalen is, met klankschalen, of een dame die wonen op het platteland zoveel eenvoudiger vindt dan het complexe van de stad, geeft zoveel meer diepgang.” De gesprekken zijn voor Martijn een onderdeel van het proces.“ Want de reis op zichzelf is juist het doel van de Leendenaar. “En als je te voet bent, ga je zo traag dat je echt de omgeving in je op kunt nemen.”

Goede mensen

Uit alles blijkt voor Martijn dat hij de juiste keuze heeft gemaakt om te gaan lopen. De schelp op zijn rug heeft hem goed gedaan, de verbinding met de achterban via zijn blog is naar wens verlopen, de rugzak lijkt inmiddels gewichtloos te zijn en hij heeft ervaren dat er veel goede mensen op zijn pad zijn. Voor de tweede etappe zal hij wandelstokken gaan kopen om zijn knieën te kunnen ontzien. 

Deze week (7 mei) is Martijn net thuis van de tweede rit. Hij is gekomen tot Nevers, ruim 500 km van Leende. Zijn eerste reactie: “Ik startte weer op 22 april en zat heel snel weer in mijn ritme. Ik had het juiste gevoel heel snel te pakken.” Van de aangeschafte stokken heeft hij bepaald geen spijt gehad, vooral niet als hij door de leem- en kleibodem moest ploeteren. “Leuk dat ik deze tweede route veel meer mensen ben tegengekomen. Je treft onderweg soms dezelfde mensen weer.” Jammer dat hij door een verkeerde stap zijn enkel heeft verzwikt. “In Nevers heb ik twee dagen rust genomen en besloten om terug te gaan. Voor mijzelf ook een leerproces om te accepteren dat ik even halt moet houden. De camino ligt er over een tijdje ook nog wel.” 

Voor de zomervakantie heeft Martijn al weer 3,5 weken gereserveerd voor etappe drie.. “Ik kijk er weer enorm naar uit, want ik wil verder!”