REGIO – De bucketlist van Johan Beliën uit Gastel is weer wat korter nu de monstertoertocht Parijs-Brest-Parijs kan worden doorgestreept. Na drie dagen bijna non-stop doortrappen passeerde hij op woensdag 23 augustus de finish in Rambouillet bij Parijs.
Bijna honderd Nederlanders stonden op zondag 20 augustus aan het vertrek van de vierjaarlijkse monstertoertocht Parijs-Brest-Parijs, die in een ver verleden ook door wielerprofs werd verreden.
Door Roy de Leijer
Parijs-Brest-Parijs is geen wedstrijd. Wel moeten de renners zich voor iedere editie kwalificeren. Hiervoor moeten ze een zeer pittig traject afleggen. De rijders moeten onder meer in het bezit zijn van een speciaal brevet. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten ze verschillende lange afstanden hebben uitgereden.
Gastelnaar Johan Beliën is een van de randonneurs (langeafstandfietsers) die Parijs-Brest-Parijs dit jaar heeft uitgereden. Dat deed hij ruimschoots binnen de maximaal toegestane tijd van 90 uur. De Gastelnaar legde de ruim 1.200 kilometer lange toertocht af in 76 uur.
Beliën is inmiddels weer helemaal hersteld van de beproeving. “Ik had een pijnlijk zitvlak, maar voor de rest veel het mee. Effectief heb ik 50 uur op de fiets gezeten, met een snelheid van gemiddeld 25 kilometer per uur.”
Er verschenen zeventig verschillende nationaliteiten aan de start in Frankrijk. Waar doorgaans een kwart van de ruim zevenduizend toerrijders de eindstreep niet haalt was dat dit keer minder dan de helft.
Het was een zware editie. Niet alleen de bijna 11.000 hoogtemeters gingen bij de renners in de benen en tussen de oren zitten, maar ook weersomstandigheden. Beliën: “Het parcours liep midden door Bretagne en was continu glooiend. Ook impact van de hitte was groot. De temperatuur liep op tot 38 graden Daardoor zijn veel mensen afgestapt. Toch zijn het allemaal winnaars. Dat is namelijk iedereen die meedoet aan Parijs-Brest-Parijs.”
Een van de zwaarste momenten beleefde Beliën ’s nachts toen er na een zware beklimming een lange afdaling in het donker volgde. Beliën: “Vanwege de vermoeidheid was het juist op dat moment heel belangrijk om extra alert te zijn.”
Bij een van de checkpoints onderweg kwam Beliën heel toevallig iemand tegen uit Vlaardingen, waarmee hij eerder een 600 km-rit had gereden. “Hij is tot de finish meegefietst. Het was heel fijn om onderweg een buddy te hebben, iemand waarmee je kop over kop kan rijden en die je over moeilijke momenten helpt.”
Het vinden van een goede slaap- en rustplek was van tevoren een van de grootste uitdagingen. “Ik had me voorgenomen om te rusten bij het bivak van Randonneurs.nl, maar daar arriveerde ik telkens in de middag. Dan was het er veel te warm en te licht om te slapen. Wel heb ik er even kunnen rusten, douchen en goed gegeten.” De nachtrust bleef zeer beperkt. “In totaal heb ik vier uur geslapen. Met mijn fietsmaat ben ik een paar keer op de grond gaan liggen bij een controlepost langs het parcours. Onderweg heb ik veel mensen langs de kant van de weg zien liggen slapen of onder een boom.”
De Gastelnaar genoot van het wielerfeest bij Rambouillet, de start- en finishplaats van Parijs-Brest-Parijs. “Daar was een enorme entourage neergestreken. Ik heb er gesprekken gevoerd met deelnemers afkomstig uit de hele wereld. Wat ik ook heel speciaal vond was het vele publiek dat vierentwintig uur per dag langs de kant van de weg stond om ons aan te moedigen en om drinken en eten te geven.” Ook de thuiskomt in Gastel ging niet ongemerkt voorbij. “Daar had zich een heel ontvangstcomité verzameld”, vertelt Beliën.
Hij weet nog niet of hij de monsterrit door het Franse land nog een keer gaat rijden. “Het was een bijzondere belevenis. Parijs-Brest-Parijs is de heilige graal voor randonneurs, maar er zijn meer uitdagingen.”

Johan Beliën en collega Randonneur Erik Smolders uit Valkenswaard – Foto Jurgen van Hoof