Woke, n-woord, meme, stroke unit et cetera 

Steeds meer sluipen Angelsaksische of etymologisch nog vreemdere woorden onze taalschat binnen. Zelden krijgen deze ‘leenwoorden’ dezelfde brede vulling, noch intellectueel, noch semantisch, noch emotioneel als de met de paplepel verworven moedertaal.

Neem nu ‘woke’, een soort modewoord, een ‘dooddoener’. In gelijk welke dialoog, al dan niet discussie, gesproken of geschreven, duikt woke om de haverklap op. Te pas en te onpas! Wie naar de betekenis van woke zoekt, mag zich verheugen op een waslijst verklaringen, meer dan genoeg. Van zinnig tot absurd! Een greep uit ‘dat genoeg’: * Maatschappijkritisch denken * Wakker worden * Bewust zijn van onrecht bij racisme- en minderheidsproblemen * Tolerantie *. En nog meer van de pot gerukte verklaringen…

Even bizar vind ik het ‘n-woord’. Alleen al ‘letterlijk letterkundig’ roept n-woord een ongerijmdheid op. Inhoudelijk laat het n-woord weinig ruimte voor discussie. Het bant ‘kleurling’, ‘neger’, ‘zwarte’ uit het Nederlandstalig vocabularium en veroordeelt die woorden – nochtans oer-Nederlands – tot politiek incorrect. Uit een geschiedenis van slavernij, geweld, ongelijkheid, onderdrukking, rassenscheiding en -haat zijn ze ontaard tot racistische surrogaat-scheldwoorden. Aan het andere uiterste van dat spectrum slaat de slinger ook wel ’s door: de commotie rond ‘Zwarte Piet’. Voorlopig liggen het historische patrimonium en het politiek correcte taalgebruik uit balans. Maar op de grens van de tolerantiecultuur leidt het opgestoken moraliserend vingertje tot polarisatie…

Steeds vaker zien we het woord ‘meme(s)’ in de Nederlandse taal. Google verklaart meme(s) als: “Stukjes cultuur die snel en gemakkelijk verspreid, vermenigvuldigd, veelvuldig gedeeld, aangepast en geconsumeerd worden via een medium, zoals het internet.” Zo ’n cultuurstukje kan een boodschap, een foto, een gerucht, een citaat, een video- of audiobestand zijn, razend populair bij kinderen, adolescenten en jofele tot tureluurse senioren.

Zelf werd ik onlangs geconfronteerd met zo ’n nieuw stukje Nederlands-Engels: ‘stroke unit’, in Noorderhart op de afdeling neurologie. In een vorige column kon je al lezen hoe ik er, na een lichte beroerte (‘stroke’), 3 dagen horizontaal onder strikter toezicht kwam. Al deze begrippen en nog vele andere ‘vreemdelingen’ zijn ondertussen als vanzelf viraal verspreid en ingeburgerd in ons AN spijts hun anderstalige herkomst. 

Ondanks mijn hang naar authentiek taalgebruik betrap ik mezelf, meer dan me lief is, op het insijpelen van ‘vreemde elementen’ in mijn eigen spraak- en schrijfstijl. Het verengelsen van mijn moedertaal is mijns inziens zeker geen verrijking, maar eerder een verarming…

(Harrie Beks – Hamont, zondag 01.10.23) 

Dictionary definition of the word english.