Zeker de ouderen onder ons hebben vroeger weleens op stelten gelopen. Ik kan me nog herinneren dat osse pap 2 panlatten pakten daar een driehoekje tegenaan maakte en meteen waren we 50 cm langer en liepen we door diepe plassen met water zonder natte voeten te krijgen.
Hiervoor zijn stelten in vroegere tijden ook gemaakt om ondergelopen gebieden te kunnen oversteken of op hoogte te kunnen werken. Maar langzamerhand werden deze stelten gebruikt door de kinderen om mee te spelen en er werden al vaak wedstrijden georganiseerd. Ook in circussen zagen we steltlopers vaak als een acrobatiek act jonglerend hoog boven het publiek en wie kent ze niet de steltlopers in de grote steden op de markten en pleinen als aandachttrekkers voor de toeristen.
De naam steltloper betekent dan ook ,, lange poten,, en deze lange poten zien we terug bij de vogels die we vooral vinden in de drassige gebieden en modderige gebieden aan de kusten en meren. En het zal jullie niet verbazen dat deze vogels de toepasselijke naam ,,Steltlopers,, hebben gekregen. En daar zijn er veel van in Nederland met zijn drassige landen en het Waddengebied is bij uitstek een geschikt gebied voor deze vogels.
De Steltkluut
Foto Tom Hegge
De meest bekende steltlopers zijn de kievit, de wulp, regenwulp de steltkluut maar zeker onze nationale vogel de grutto. Er zijn ook enkele onbekende namen zoals de groenpootruiter, bosruiter en het witgatje en bij deze laatste zal niet zo heel moeilijk zijn om te raden hoe hij aan zijn naam komt. Voor veel steltlopers is het een lange trek vanuit hun broedgebied in het hoge Noorden naar hun overwintergebied het Zuiden van Europa of nog verder naar Afrika. Maar al decennia lang kennen miljoenen vogels een prachtig en rijkelijk foerageergebied in Nederland het Waddengebied. Twee keer per dag valt dit hele gebied droog en dan is er voldoende voedsel op het slik te vinden zoals wormpjes, kreeftjes andere weekdieren en de kleine visjes. Dit gaat met uiterste precisie en ze hebben met hun lange snavel een uitstekend instrument. De punt van de snavel is uitgerust met kleine tastlichaampjes en deze sensoren verraden de aanwezigheid van de wormpjes en andere kleine diertjes die zich in het slik verstopt hebben. Na enkele weken druk wroetend en lopend over het Wadden buffet en het buikje goed rond, wat men opvetten noemt, gaan ze weer de lucht in op de duizenden kilometers lange reis naar het zuiden.
De poten van steltlopers
Steltlopers hebben niet alleen lange poten maar ook hun tenen zijn zo aangepast dat ze makkelijk over een drassige of modderige bodem kunnen lopen zonder er door te zakken. Maar zo is elke vogel uitgerust met karakteristieke eigenschappen om aan voedsel te komen door laag, hoog, wendbaar of snel te kunnen vliegen en de sperwer en de gierzwaluw zijn daar mooie voorbeelden van maar daar later meer over.
Harrie Hegge: h.hegge1@chello.nl
Uilen- en vogelwerkgroep IVN Cranendonck

