Veel vlinders hebben onopvallende rupsen, andere weer prachtig gekleurde, zoals de koninginnenpage. In het rupsenstadium zijn het schrokkerige planteneters die in korte tijd snel willen groeien zodat ze kunnen verpoppen en klaar zijn om een mooie (of minder mooie) vlinder te worden. Ook in deze tijd van het jaar kun je nog rupsen spotten, met wat moeite. Een bijzondere rups met een sterk afwijkend uiterlijk is de Slakrups. De rups zit aan de onderkant van eikenbladeren en eet deze vanaf de top van het blaadje ongeveer half op. En gaat dan naar een volgend blaadje. De Slakrups doet zijn naam eer aan, zij lijkt wel wat op een slak, de rups heeft namelijk geen buikpoten maar een slijmzool zoals een slak. Daarmee kan ze zich over blaadjes en takken voortbewegen. Het groene lichaam is bedekt met witgele stippen. De rugzijde wordt begrensd door een gele lijn met aan de binnenzijde paarsrode vlekken. Kijk dus vooral eens op de onderzijde van de eikenblaadjes bij uitstekende takken. Dan kun je deze mooie Slakrups de komende week bij, hopelijk, rustig herfstweer nog zien. Daarna verpopt de rups en ziet er dan uit als een klein donkergekleurd galappeltje die met het blad op de grond valt en overwintert. De Slakrups heeft echter een sluipwesp als vijand, deze – op een wesp gelijkende – sluipwesp legt zijn eitjes op de buitenkant van de Slakrups. Dat kun je zien als een heel klein wormachtig oranje-bruin eitje. Kijk maar eens goed op de foto. Het larfje van de sluipwesp blijft op en later in de verpopte rups zitten, en peuzelt deze in de winter langzaam op, en dan komt er in het volgende jaar geen bruinachtige vlinder van de Slakrups tevoorschijn maar een nieuwe sluipwesp.
IVN Cranendonck, voor info Wiel Zentjens, w.zentjens@chello.nl
